De Zeeverkenners

Zeeverkenners zijn de jongeren tussen 11 en 15 jaar. De opkomst van de Zeeverkenners is zaterdag van 13:30 tot 16:30 of 17:30, afhankelijk van hoe oud je bent. De meeste kinderen komen al rond 12:00, in de winter en het voorjaar beginnen dan ook vaak de CWO lessen al. Bij de Zeeverkenners ga je het water op met onze lelievletten. Daar is de leiding niet altijd in de buurt dus goed zelf leren varen is een belangrijk onderdeel van het programma.

De Zeeverkenners zijn ingedeeld in groepen, zo'n groep heet een bak. Ieder bak vaart met een eigen vlet. Aan het hoofd van de bak staat de bootsman of -vrouw en de kwartiermeester. Dit zijn meestal de oudere kinderen met ervaring en in het bezit van van een CWO diploma, wat je op de Maasgroep kunt halen. De rest van de kinderen zijn de baksleden.

Activiteiten

Bij de Maasgroep zeilen we op de Kralingse Plas. Een mooi afgesloten meer met alleen kleine pleziervaart. De wind kan er snel van richting veranderen ('als iemand in Kralingen zijn deur opendoet') en daar leer je aardig van zeilen. In de zomer staan de zaterdagen in het teken van genieten van het water en activiteiten waarmee je vaardigheden met de vlet vergroot. Eén keer per jaar organiseren we samen met onze buren een zeilrace, de 18-uursrace, waar we met alle zeeverkenners aan meedoen.

In de winter varen we niet en bestaan de opkomsten voor de helft uit onderhoud van de boten en voor de helft uit activiteiten in het clubhuis en het bos.



Kampen

Een paar keer op jaar gaan de zeeverkenners op kamp. In ieder geval een lang weekend met Pinksteren en twee weken in de zomervakantie. Vaak ook nog een weekend in de herfstvakantie en soms heeft het "kader" nog een eigen weekend.

Het Pinksterkamp is in de Biesbosch, een mooi natuurgebied op een paar uur varen vanaf Rotterdam. Om er te komen moeten we, zoals elk kamp, een stuk slepen met ons schip de Avontuur. Eenmaal door de sluis varen de verkenners in de Biesbosch alles zelf met de vlet. Van zaterdag op zondag overnacht je in je eigen vlet zonder dat er leiding in de buurt is. 's Avonds komen ze wel even kijken natuurlijk. In de boot is het dan best vol. Behalve de bemanning is dan ook de bagage, de kookspullen, reddingsvesten en de huik aan boord waar je onder overnacht.

De zomerkamp bestemming wisselt van jaar tot jaar, meestal gaan we naar Zeeland of de Hollandse Plassen. Veel dagen besteedt je overdag zeilend, of als er geen wind is jagend, roeiend of wrikkend, van de ene plek naar de volgende. Het kamp is meestal een rondreis, je ziet Nederland vanaf het water. Er zijn natuurlijk ook gave spellen op kamp en soms is er een thema. Maar de hoofdmoot is toch wel de reis zelf, je weet vantevoren nooit of je om twee uur 's middags of negen uur 's avonds pas op de plaats van bestemming aan komt.




Onderhoud

En 's winters... is het tijd voor onderhoud! Een boot betekent veel werk.. Na de herfstvakantie gaan de boten de kant op, het wordt dan toch te slecht weer om lekker te varen. In de winterperiode werken we dan iedere zaterdag een deel van de opkomst aan de boten en het houtwerk: schuren, schrappen, schilderen. Niet altijd even leuk, maar wel noodzakelijk en het voordeel is, later draai je voor zo'n klusje je hand niet meer om.


Het tweede deel van de middag doen we dan meestal een spel in het bos.